“De directie zag al lang in dat Business out of Data belangrijk is. En ons bedrijf is in staat om veel data te verzamelen. Dus wij kregen de vraag: hoe kunnen we dit vormgeven?” vertelt Thijs, Technical Program Manager. De gegevens die onze producten verzamelen worden nog niet ten volste benut. Met een Internet of Things-platform kunnen we dat wel: enerzijds voor productverbetering, anderzijds om klanten van nieuwe inzichten te voorzien. Een mooie uitdaging voor het R&D team.
Moderne technieken zetten op scherp om bij te leren
Het projectteam bestaat naast Thijs uit Software Applicatie Engineer Gerard en Data Specialist Jeroen. Elk dragen ze vanuit hun eigen expertise bij aan de ontwikkeling, bijvoorbeeld op het gebied van design, opzet van de systemen en verschillende keuzes die moesten worden gemaakt. Door een proces van learning on the fly, iedere dag iets nieuws uitzoeken en bijleren en meerdere iteraties kwam het team tot een product waar ze met trots achter staan.
Voor het platform en de hardware is gekozen voor veel bestaande elementen, in plaats van ze zelf te ontwikkelen. Volgens Gerard een keuze gebaseerd op ervaring: “Ons bestaande platform bouwden we zelf, maar je loopt al snel aan tegen beperkingen. En voor doorontwikkelen hebben we niet altijd capaciteit. Nu hebben we een schaalbaar, generiek platform en ligt de uitdaging niet in programmeren maar juist in het configureren: hoe maken we het mogelijk om steeds nieuwe apparaten aan te sluiten?”
Op weg naar de engineering van de toekomst
Jeroen vult aan: “De uitdaging daar zit ‘m erin dat we nu een systeem gebruiken dat is gemaakt voor IoT: slimme dingen die data versturen. Een modem doet dat, maar een sonische boormachine (nog) niet. Dus moeten we onze producten voorzien van nieuwe, slimme techniek.”
Daarvoor krijgen ze bijval van andere R&D collega’s, zoals de hardware specialisten en embedded software engineers. Volgens Thijs is dat de engineering van de toekomst: in de markt te kijken naar goede componenten, en vervolgens zelf de dingen aan elkaar te knopen om iets te bouwen.
En tja, soms maak je wel eens een foutje. Zoals die keer dat de complete testomgeving werd verwijderd, die gekoppeld bleek aan een verouderde versie. Maar dat hoort ook bij Royal Eijkelkamp: fouten maken mag, zolang je er maar van leert. Gerard: “In het vervolg houden we nu alles netjes gescheiden, zodat er geen verwarring meer ontstaat.”
De eerste reacties van klanten
Nu is het platform klaar om te lanceren. Hoe voelt dat voor de heren? “Het moeilijkste zit erop. En het platform is af genoeg. Maar ‘klaar’ is het natuurlijk nooit,” vindt Jeroen. De eerste machine is inmiddels onderweg naar de klant en dat is best spannend, want er wordt voor het eerst kritisch naar gekeken. Daarom vliegt Jeroen er achteraan, om de reacties in het veld te peilen. “Dat is belangrijk, om te zien hoe het gaat. Want doorontwikkelen doen we op basis van feedback.”
Dat beaamt Gerard ook. “In de beta test kan het voorkomen dat een klant zegt: ‘Dit is een mooie functie, maar wij zullen het nooit gebruiken.’ Daarom betrekken we al vroeg in het proces collega’s, bijvoorbeeld van de serviceafdeling, die daar meer kijk op hebben.”
Zo wordt gewerkt aan een product waar zowel de klant als directie en collega’s blij mee zijn. Een mooie verdienste voor het IoT team!